Karakalpakstan, over zandkastelen en verboden kunst

13 april 2018 - Nukus, Oezbekistan

Via onze de eigenaar van onze Bed &Breakfast in Khiva hebben we iemand gevonden die ons naar Nukus brengt, de hoofdstad van de autonome Republiek Karakalpakstan. Vol trots laat de man ons een Duitse Dumont reisgids zien, waarin hij als gids wordt aanbevolen ("spricht ein weniges Englisch").

Karakalpakstan is onderdeel van Oezbekistan, maar heeft wel een aanzienlijke mate van autonomie, waaronder het recht om haar eigen onafhankelijkheid uit de roepen. De wens daartoe zal overigens wel loslopen wat Karakalpakstan was één van de armste regio's van de vroegere Sovjet Unie en de situatie is sindsdien niet veel beter geworden.

We rijden eerst langs de resten van een aantal woestijnforten die heel lang geleden zijn gebouwd om de plaatselijke bevolking te beschermen tegen aggressieve nomadenstammen. De oudste -Ayaz Qala 1 - is meer dan 2000 jaar oud en het is verbazingwekkend hoeveel er nog steeds overeind staat van forten die destijds van leem zijn gebouwd. Bij Ayaz Qala staat ook een yurtcamp waar toeristen een nacht kunnen slapen en een rondje op een kameel kunnen rijden. Die ervaring laten we lekker aan ons voorbijgaan. Sinds onze reis naar Mongolie weten we hoe koud het kan worden 's nachts in een yurt in de woestijn. Voor we naar Nukus vertrekken lunchen we nog even in een plaatselijk restaurantje in het dorpje Boston. Helaas alleen onduidelijke Oezbeekse gerechten op de kaart. Op advies van onze gids proberen we een klein gerechtje. Om een of andere reden hebben we niet zo'n honger vandaag.

De belangrijkste reden, en eigenlijk ook de enige reden, om naar Nukus te gaan is het Savitsky museum. Het museum herbergt naast interessante Oezbeekse en Karakalpakiaanse werken ook de op één na grootste verzameling van Russische avant-garde uit het begin van de vorige eeuw. De grootste is te zien in het nationaal museum in Sint-Petersburg, maar dat was gesloten toen wij daar waren, dus deze kans willen we niet missen. Igor Savitsky was een schilder, archeoloog en verzamelaar die zich in de jaren vijftig in Nukus vestigde en de plaatselijke autoriteiten voor zich wist te winnen door zijn inzet bij lokal archeologische opgravingen en zijn grote verzameling van Karakalpakiaanse cultuurschatten. Midden jaren zestig kreeg hij toestemming om een museum te openen en vanaf dat moment begon hij in de hele Sovjet Unie avant-garde kunst te verzamelen. Deze kunst was door de communisten verboden en een aanzienlijk aantal van de makers is onder Stalin vermoord. Omdat Karakalpakstan zich in de diepsten krochten van de Sovjet-Unie bevond, had het nauwelijks interesse van Moskou en kon Savitsky in zijn museum gewoon zijn gang gaan. 

Wanneer wij er zijn wordt het museum vooral bezocht door busladingen schoolkinderen, allemaal keurig in uniform. De kinderen gaan een stuk sneller langs de schilderijen dan wij. Behalve als ze bij ons in de buurt komen. Dan begint de helft van de groep ineens aandachtig dezelfde schilderijen te bekijken als wij. Een deel van de groep heeft geen oog meer voor de schilderijen en staart alleen nog ons aan. Degenen met het meeste lef  proberen een paar zinnetjes van hun pasgeleerde Engels uit: "Hello, what is your name?".  Dan trekt de begeleidende docent de groep  mee en is het even rustig. Totdat er weer een volgende groep langskomt. Het is een indrukwekkende collectie, waarvan nog maar een deel is tentoongesteld. We weten ons de hele dag in het museum te vermaken.

Voor we vertrekken willen we nog wat geld wisselen. Aanvankelijk willen ze ons een miljoen som uitbetalen in briefjes van 1000. We zien de berg met geld groeien. Na enig aandringen lukt het ons toch om biljetten van 10.000 te krijgen. Briefjes van 10.000 som zijn blijkbaar nogal schaars in Karakalpakstan, waar de prijzen aanzienlijk lager liggen dan in Tasjkent. 

Na onze wat weinig comfortabele treinreis zijn we blij dat we terug vliegen naar Tashkent. Onze taxi zet ons af bij een bouwput waar een klein hokje staat waar we onze paspoorten moeten laten zien. De vertrekhal blijkt nog een stukje verder te liggen, dus dat wordt sjouwen met onze rugzakken die we in het hotel al in de flightbags hadden gedaan. Bagagetrolleys komen we pas tegen als we al bijna bij de vertrekhal zijn. Nou ja hal, het hokje is ongeveer twintig vierkante meter en behalve de incheckbalie staat daarin ook een bagagescanner en een metaaldetector. Er staan ongeveer 8 mensen te wachten en met z'n allen passen we nog net in het hokje. De bagagecontrole wordt wel serieus genomen, vanwege het risico op terrorisme, waar ze nog wel eens last van hebben in Oezbekistan. Het is voor het eerst dat we ergens onze ruimbagage moeten open maken voor controle. Het blijkt een doos pastelkrijt van Dagmar te zijn die op de scanner de aandacht heeft getrokken. We mogen door.  Precies op tijd vertrekt de airbus van Uzbekistan airways naar Tasjkent. 

Foto’s

2 Reacties

  1. Rolanda:
    18 april 2018
    Wat een beeldend verslag, ik zie het helemaal voor me: zo'n vertrekhal compleet ingericht en dan de spanning of je wel op tijd bent voor het vliegtuig.
    Ook het verhaal vanuit het museum: heerlijk. Jullie zijn zelf museumstukken.
  2. Twan:
    21 april 2018
    Goed bezig!
    Mooie foto's en toffe reis.
    Veel plezier!
    Grts Twan